Ik ben best wel een rasechte Amsterdammer, eigenlijk. Mijn eerste echte baan kreeg ik in Amsterdam, nota bene bij de VVV. Amsterdamser kan het haast niet. Ik was informatrice, zoals dat heette. Het was 1980, het jaar van de kroning van Beatrix. Het was ook een jaar met andere ongeregeldheden. El Al was op het Rokin gevestigd en kreeg met bomdreigingen te maken en er zaten her en der krakers. Af en toe moest ik naar een ander treinstation om thuis te komen.
In tegenstelling tot wat men nu soms schijnt te denken, was het destijds ook al heel moeilijk om een huurwoning in Amsterdam te krijgen. Ik woonde daarom eerst in het best wel heerlijke Hilversum en daarna in Baarn, voordat ik naar de Pijp kon verhuizen. Het Alhambra lag om de ene hoek, Carré om de andere, het Stedelijk iets verder en ga zo maar door. Wat wil een mens nog meer? Intussen werkte ik in het Crest Hotel de Boelelaan, eigendom van de Britse Bass Brewery groep. Later werd het een Holiday Inn, maar dat was na mijn tijd. Tegenwoordig worden er 400 vluchtelingen uit Oekraïne opgevangen.
Er kwamen destijds vooral veel zakelijke gasten omdat er zoveel internationale bedrijven in de omgeving zaten en de RAI veel congresbezoekers trok. Ik heb daar echter ook Sean Connery gezien, Nederlandse prominenten uit bijvoorbeeld uit de voetbalwereld en het omroepgebeuren, heel veel North Sea Jazz musici waaronder het Dave Brubeck Quartet, schaakgrootheden die er voor het Max Euwe toernooi waren en de Nederlands-Amerikaanse Dola de Jong. Ook Chet Baker kwam er vaak.
Het was vooral in dit hotel waar ik met de Amsterdamse cultuur kennismaakte. Ik bedoel niet dat ik vaak naar musea en theaters ging, al deed ik dat ook heel veel, tot soms wel vier uitjes per week aan toe. Een aantal van mijn collega’s waren ras-Amsterdammers en ik werd met enige regelmaat in de maling genomen. Ik zie het gezicht van Hans nog voor me als hij in een deuk lag om mijn verwarring en dat van Ferry met zijn droge humor. Amsterdam ervoer ik als gastvrij. Ik ben er nog lang gebleven. Ik ben er later afgestudeerd en schreef me er ook voor het eerst bij de KvK in.
Ik ben echter in Zuid-Limburg geboren en opgegroeid. Mijn ouders waren Nederlanders, maar zoals bij de meeste mensen lagen hun wortels van generaties terug elders. Beide families kwamen ooit uit Frankrijk, de ene uit het westen en de andere uit het oosten. Ben ik daarom minder Nederlands of minder Amsterdams? Mag ik mijn land verlaten en later weer terug willen komen of moet ik dan maar lekker blijven zitten waar ik zit? Ben ik alleen Nederlander of Amsterdammer als ik mijn dure zorgpremies betaal? Hoe zit dat nou? Wanneer heb ik mensenrechten en wanneer niet?
Fast forward naar het hier en nu. Zelf heb ik in de tussentijd niet alleen in Amsterdam gewoond maar ook in de VS en in Engeland. Staat Amsterdam nog steeds zo open voor vreemdelingen met een zachte g en andere on-Amsterdamse trekjes? Bij de inwoners is dat grotendeels wel nog zo, denk ik. De laatste tijd heb ik vooral Amsterdam Oost wat beter leren kennen en de meeste mensen lijken er erg hartelijk te zijn. Ze steken elkaar en ook mij graag een helpende hand toe.
Bij het ambtelijk apparaat ligt het echter heel anders. De woningnood van toen is er namelijk niet alleen nog steeds, die is nog veel schrijnender geworden. De situatie is nu totaal anders dan in 1980. Dat geldt waarschijnlijk voor het merendeel van Nederland, niet alleen voor Amsterdam. Airbnb is een voorbeeld van een recente ontwikkeling die het wonen in de weg zit. Wonen is nu bijna synoniem geworden met andermans recht op geld verdienen. Het draait niet meer zo zeer om je eigen recht op huisvesting, op een veilig eigen onderkomen. Het is echter een mensenrecht, veilig mogen wonen.
In het westen neigen we mensenrechten vaak te zien als iets dat niet-westerse landen schenden. Het recht om te kiezen wat voor werk je doet en ook je thuis veilig kunnen voelen zijn echter twee voorbeelden van mensenrechten die we als zo vanzelfsprekend ervaren dat we er ons niet zo snel van bewust zijn als we die schenden.
Mensenrechten (zoals in 1948 opgesteld)
De Engelse tekst van Artikel 12 luidt als volgt:
“No one shall be subjected to arbitrary interference with his privacy, family, home or correspondence, nor to attacks upon his honour and reputation. Everyone has the right to the protection of the law against such interference or attacks.”
Artikel 13 verklaart het volgende:
1. “Everyone has the right to freedom of movement and residence within the borders of each state.”
2. “Everyone has the right to leave any country, including his own, and to return to his country.”
Lid 1 van Artikel 25 betoogt dit:
1. “Everyone has the right to a standard of living adequate for the health and well-being of himself and of his family, including food, clothing, housing and medical care and necessary social services, and the right to security in the event of unemployment, sickness, disability, widowhood, old age or other lack of livelihood in circumstances beyond his control.”
Artikel 7 zal veel mensen bekender in de oren klinken:
“All are equal before the law and are entitled without any discrimination to equal protection of the law. All are entitled to equal protection against any discrimination in violation of this Declaration and against any incitement to such discrimination.”
Ik ga hier geen juridisch betoog voegen en ik ga evenmin verwijzen naar het Europees recht. Wel vraag ik de aandacht voor het feit dat Olivier de Schutter, mensenrechtenspecialist en sinds mei 2020 de Speciale VN-Rapporteur voor Extreme Armoede en Mensenrechten, in 2020 heeft uitgesproken dat povertyism – discriminatie van armen – net als racisme en andere vormen van discriminatie strafbaar moet worden. Hij concludeerde: “Discrimination is part of the daily experience of people in poverty.”
Links:
https://www.ohchr.org/en/press-releases/2022/10/ban-povertyism-same-way-racism-and-sexism-un-expert
Wonen en mensenrechten
De Verenigde Naties spraken in 2021 specifiek hun zorgen uit over een situatie in Rotterdam. De Speciale VN-Rapporteur voor het Recht op Huisvesting, Balakrishnan Rajagopal, en de Speciale Rapporteurs voor onder meer Armoede en de Rechten van Migranten en Minderheden brachten een formele verklaring uit.
Link:
https://spcommreports.ohchr.org/TMResultsBase/DownLoadPublicCommunicationFile?gId=26359
De context is de spanning tussen het doelbewust veroorzaken van dakloosheid onder vooral mensen met een niet-Nederlandse achtergrond versus de commerciële belangen van onroerend-goed-bezitters. Het Nederlandse ambtelijke apparaat lapt de belangen van inwoners wel vaker gemakkelijk aan de laars ten faveure van wat o.g.-giganten willen. Dat weet ik intussen ook uit eigen ervaringen.
Ter illustratie geef ik deze twee gedeeltes uit de VN-verklaring met betrekking tot de situatie in Rotterdam:
• “Rendering homeless those people who previously enjoyed adequate housing by demolishing their homes, would violate the principle of nonretrogressive measures in international human rights law.”
• “Targeting in particular Rotterdam South, where a significant proportion of the residents are migrants or have a minority and immigrant background, may have the effect of discriminatory distinction, which impairs the exercise of the right to adequate housing.”
Een jaar geleden kwam Rajagopal al voor Nederland met 65 aanbevelingen om het recht op adequate huisvesting beter te beschermen en verwerkelijken.
Link:
In december 2023 meldde hij namelijk al dat Nederland het internationale mensenrecht op adequate huisvesting beter in de Grondwet en in de nationale wetgeving moest verankeren.
Links:
Daklozen en mensenrechten in Amsterdam
Nu ga ik inzoomen op Amsterdam. Gewone burgers kunnen bij de gemeente gewoon naar binnen lopen, maar daklozen niet. Die moeten in de Jan van Galenstraat (op nummer 323b) al hun spullen in een kluisje zetten en mogen alleen met bundeltjes papier naar binnen. Na hun afspraak worden de bezoekers snel het gebouw uitgewerkt; hun papieren moeten ze desnoods maar in de nabijgelegen KFC ordenen. Er staat ook een metaaldetector. Die wordt niet standaard gebruikt, maar mij is twee van de drie keer gevraagd om er doorheen te gaan. De tweede keer bedacht de bewaker zich en wuifde hij me welwillend verder. Op het moment dat ik deze tekst tik, ben ik namelijk vier-en-een-halve maand dakloos (grotendeels omdat ik gewoon mijn eigen leven wilde mogen leiden, met normaal menselijk respect wilde worden bejegend, niet als een stout kind van vijf omdat ik een 55-plusser ben, en daar vrij principieel in heb gehandeld).
Omdat ik inmiddels niet meer onder de Nederlandse bevolking val, zou ik overigens kennelijk naar het AMOC moeten waar vooral Oost-Europese seizoensarbeiders belanden. Mijn Master’s komt echter van een Amsterdamse universiteit en ik heb in Amsterdam toch aardig wat geschiedenis zoals ik in het begin al liet merken. Dat laatste telt echter niet. De regels in Amsterdam zeggen dat ik hier geen rechten meer heb (hoewel ik dus wel het recht heb om naar mijn geboorteland terug te keren).
Die bejegening van daklozen op het adres Jan van Galenstraat 323B is naar mijn mening een haast onbetwistbare uiting van povertyism. Dit zal voor velen niet meteen duidelijk zijn. Dat komt door mythes en misverstanden rond dakloosheid. Dakloosheid heeft zeker tegenwoordig vooral veel met armoede te maken. Armoede is puur de combinatie van relatief weinig inkomsten hebben en daar zelfs de basisbehoeften niet van kunnen betalen. Daarom stel ik dat de behandeling van daklozen door de gemeente Amsterdam een uiting van povertyism is.
Ik weet bovendien uit eigen ervaring dat ambtenaren soms heel flauwe spelletjes met daklozen uithalen en hen bijvoorbeeld bewust wekenlang op het verkeerde been zetten om hen zo de toegang te kunnen ontzeggen op grond van regels die Amsterdam hanteert. Dat is zoiets als zes of acht jaar lang onafgebroken in Amsterdam hebben gewoond of gewerkt onmiddellijk voorafgaand aan de dakloosheid, al betreft dit mogelijk vooral het recht op een bijstandsuitkering, niet zozeer de toegang tot de opvang. Anderen kunnen daaruit later echter ten onrechte concluderen dat de persoon in kwestie probleemgedrag vertoont, bijvoorbeeld vaak agressief is, en dat de toegang tot de opvang op grond daarvan was ontzegd.
Dit overkwam mij op 24 december 2024, de dag dat ik de opvang in zou kunnen, een inschrijfadres zou krijgen en een uitkering zou kunnen aanvragen. Daarna heb ik dus als de wiedeweerga crowdfunding opgezet. Crowdfunding valt niet te combineren met een bijstandsuitkering. De donaties kunnen in beginsel al reden vormen om geen uitkering toe te kennen en worden bovendien van een reeds lopende uitkering afgetrokken.
Mythes en misverstanden
Het is een standaardaanname dat dakloosheid wordt veroorzaakt door drugsverslaving, alcoholmisbruik en hersenaandoeningen zoals schizofrenie. Af en toe zit er misschien iemand bij die niet of niet meer kan tellen of lezen en schrijven, geen formulieren kan invullen en niet begrijpt dat hij de huur moet betalen. U denkt dus wellicht dat ambtenaren daarom tegen daklozen moeten worden beschermd omdat daklozen per definitie potentieel gevaarlijk zouden zijn. Waar komt dat idee vandaan?
Om dat te achterhalen, sleur ik er nu even een ander “mensenrecht” bij. Het onthouden van dat recht staat internationaal erkend als een wrede martelmethode en is dan ook niet toegestaan. “Sleep Is a Human Right, and Its Deprivation Is Torture” luidt de titel van een artikel in de oktober 2024 editie van het AMA Journal of Ethics.
Link:
https://journalofethics.ama-assn.org/article/sleep-human-right-and-its-deprivation-torture/2024-10
Doordat extreem slaapgebrek hooguit wordt geassocieerd met illegale martelpraktijken van de CIA is er is veel te weinig bekendheid met de effecten van ernstig slaapgebrek en het feit dat dit een hoofdcomponent van dakloosheid is. Dat is overigens niet alleen zo voor buitenslapers, maar is ook vaak het geval bij mensen die bij vrienden en collega’s op de bank slapen, zij het in mindere mate.
De aandacht ligt bij daklozenopvang jammer genoeg behalve dat het grotendeels politieke cosmetica lijkt te zijn vooral op het beschermen tegen de invloeden van guur winters weer. Slaapgebrek leidt echter al snel niet alleen eerst naar een niveau van functioneren dat op dronkenschap lijkt, maar kan daarna onder meer in hallucinaties en psychotische symptomen resulteren.
Op straat leven staat bijna per definitie gelijk aan chronisch slaapgebrek hebben. Dit leidt ook meteen tot een aftakeling van het uiterlijk. Mensen gaan er puur door slaapgebrek al snel verwilderd uit zien. Als je er vrieskou bij doet en gure wind, dan zien ze er misschien zelfs ronduit “gevaarlijk” uit. Je ogen raken hun normale aantrekkelijkheid kwijt. Daar komen de effecten van armoede nog bovenop. Denk aan een slechte kwaliteit voeding, niet meer naar de kapper kunnen en ook, wellicht vooral voor wat oudere personen, niet meer dagelijks verzorgende producten kunnen gebruiken. Uiteraard laat het uiterlijk van de mens ook de impact van stress zien. Daar komt ook nog enige uitdroging bij omdat je wilt voorkomen dat je ‘s nachts naar de wc moet en dus probeert niet al te veel vocht te consumeren.
De mythen over dakloosheid moeten de wereld uit want die helpen dakloosheid in stand houden. Er wordt bij de aanpak vaak onbewust van uit gegaan dat de oorzaak van de dakloosheid zo problematisch is dat dakloosheid niet te vermijden is. Het ondersteunen van iemand’s dakloosheid wordt dan hoofdtaak. Daarmee bedoel ik dat de daklozen zelf niet worden ondersteund; ze worden vooral geholpen om dakloos te blijven.
De opvang is in Amsterdam erg beperkt, zoals bij velen bekend is, en die is ook niet altijd gratis. Bovendien is toegang krijgen erg moeilijk. Ik heb begrepen dat dit een bewuste tactiek is om te voorkomen dat anders bij wijze van spreken half Nederland naar Amsterdam zou komen om toegang te krijgen tot de daklozenopvang. Ik denk niet dat dat een realistische aanname is.
In 2019 werd daarom voorgesteld om daklozen in tentjes in het Vondelpark te laten slapen. Volgens de Volkskrant dreigde burgemeester Halsema daarop met fikse boetes.
Links:
Om te stellen dat dit betekent dat burgemeester Halsema een voorstander is van slaaponthouding is iets te kort door de bocht, maar het komt wel schrikbarend dicht bij de realiteit. Ik hoop dat Femke Halsema zich achteraf GROEN heeft geschaamd over hoe afgrijselijk RECHTS haar reactie destijds was.
Je kunt bovendien wel degelijk poneren dat NS, ProRail, de gemeente Amsterdam en de Amsterdamse politie op Centraal Station tegenwoordig een internationaal niet toegestane martelmethode toepassen.
Links:
Je kunt je afvragen wat de nieuwe aanpak bij het Centraal Station op de achtergrond écht bereikt. Ik vermoed dat die de problemen in werkelijkheid vergroot. Het probleem is namelijk ongetwijfeld verplaatst. Dat kan haast niet anders.
Over de opvang kan ik nog veel meer zeggen. Ga je even met me mee, Femke van GroenRechts? Het is 17 maart. Ik heb net veertien-en-een-half uur in de kou gezeten en gestaan en nauwelijks geslapen. (Wat er dan gebeurt, is dat mijn hersenen die slaap bikkelhard zoveel mogelijk afdwingen want zonder slaap kunnen mensen niet overleven.) Het is nu half 7 in de ochtend en ik VERREK van de kou. Ik kan wel janken, zo verrekt verkleumd ben ik. Ik ben bovendien een paar dagen geleden achterover van een roltrap gevallen en mijn lijf wil ook daarom rust en warmte, maar die krijgt het niet. Het is al een paar weken ‘s nachts rond het vriespunt. Overdag merken de meeste mensen dat niet eens, zeker niet als het kwik overdag al snel richting 20 graden gaat.
Waar kan ik nu naartoe, Femke? De dichtstbijzijnde formele dagopvang (inloophuis) gaat volgens de ene site open om half 10 en volgens de andere om half 11. Dit soort opvang schijnt bomvol te zitten en er is een reële kans, zo begrijp ik, dat ik na een uur of 3 binnen weer weg moet of dat ik pas 3 uur later binnen kan om dan 3 uur later weer weg te moeten. Wat heb ik hieraan? De websites zien er altijd deprimerend uit en van de succesverhalen zakt de moed je in de schoenen.
De echte, informele dagopvang, dat zijn onder meer de McDonald’s vestigingen en de openbare bibliotheken. Daar kan ik veel vroeger terecht om een beetje op te warmen. Daar kan ik ook naar de WC. Het duurt uren eer ik weer een beetje warm ben en zonder warm eten lukt het me niet eens. De McDonald’s waar ik vaak naartoe ga, heeft een personeelsgebrek en kan daarom vaak niet op tijd open. Dan kan ik meestal wel janken. Mensen kunnen aan mij niet zien hoe ik me voel. Hoe koud mijn lijf van binnen voelt. Hoe dat voelt? Je wil het niet weten. Ze gaven me laatst een gratis cappuccino omdat ze een uur later pas open konden gaan. Wat lief! Eerder bracht mensen van een restaurant waar ik ’s nachts buiten op een bankje had overnacht me een bekertje koffie. “Koffie? Lekker warm!” en een dag later was het een leraar van een school die me staand en knikkebollend aantrof en me vroeg of alles goed was en vervolgens een bakje koffie voor me ging halen. Om de hoek stopte een dag of wat later een vrouw me 3 euro toe omdat ze die op dat moment net kon missen. Een man uit Pakistan bracht me een croissantje, een vitaminedrankje en een paar bananen; hij gaf me een briefje van tien. Ook van dit soort dingen krijg ik de neiging om te gaan janken maar dan om andere redenen. Een andere man die zelf ook dakloos was, en een accent had dat ik niet thuis kon brengen, gaf me een nog warme burrito die hij zelf weer van iemand anders had gekregen. Malika en Fatima brachten me warme soep, en nog veel meer, lieten me in hun box en gaven me een superheerlijke fleece wrap – met de woorden “Die is van u!” – die ik later heb gewassen en met pijn in mijn hart teruggebracht omdat die echt niet meer in mijn koffer erbij paste. Dát is de echte daklozenopvang.
Waar ik van de roltrap ben gevallen, vraag je, Femke? Op het CS, midden in de nacht. Ik ben er één nacht geweest. Ook ik was wanhopig op zoek naar een beschutte ruimte waar ik niet dood zou vriezen en waar ik bovendien niet zou worden lastiggevallen. Online stond overal dat het CS 24/7 open is. We werden als een soort wilde dieren door – op 1 persoon na – zich vrij agressief of angstig gedragende mensen in gele jasjes en hesjes rondgestuurd zonder al te veel duidelijkheid. Reizigers (inclusief NS personeel) liepen tegen gesloten glazen deuren aan; ook de code of keycard van NS kreeg de deur niet open en sommige reizigers probeerden nog in paniek een laatste trein te halen.
Alle hulp kwam van medereizigers toen ik van de roltrap viel. Die grepen me zodat ik niet de hele roltrap afdonderde, die zagen dat ik mijn mobiel was verloren en pakten die voor me, die zorgden dat ik heelhuids overeind kwam en droegen mijn koffers voor me bij de volgende trap.
Weet je hoe het gaat als je dagen niet kunt slapen, Femke? Weet je hoe dat voelt? Weet je wat het is om dagenlang alsmaar letterlijk in de kou te zitten? Jij en je maatjes verjagen mensen niet alleen uit de relatieve warmte van het CS, je trapt ze uit hun o zo kostbare kleine beetje sluimer en je schopt ze de kou in. En dat komt niet eens, zo begrijp ik, door de mensen die je het CS uit schopt maar door anderen, die niet in maar in de buurt van het CS rondhingen (maar mogelijk dezelfde ellende op hun dak hebben gekregen, ellende die je nooit van zijn leven met agressie oplost). Hoe kan jij nog rustig slapen in je warme comfortabele bedje?
Ik zit nu in de OBA dit verhaaltje af te ronden. Mijn lijf doet pijn en dat leidt erg af. De tranen zitten vlakbij. Ik heb dankzij donaties voor twee nachten een bed weten te bemachtigen maar morgen sta ik weer op straat. Ik stootte mijn hoofd niet toen ik van de roltrap viel dus mijn hoofd is waarschijnlijk achterover gezwiept. Mijn nekpartij raakte nogal verkrampt. Ik ben zo bek- en bek- en bekaf. Ik wil slapen. Nu wil ik slapen! Nu. Een paar maanden geleden wilde ik nog leven. Nu wil ik even alleen nog maar slapen. Ik loop vaak niet echt meer. Ik schuifel vooral nog. Ik ben kapot. Je wordt gewoon kapotgemaakt. Je wordt keihard kapotgemaakt door de kou en door het gebrek aan slaap.
Omdat ik weer een paar donaties binnen kreeg, had ik gehoopt snel wat aan een flinke maandelijkse kostenpost te kunnen gaan doen. Helaas heb ik geen enkele controle over hoe en wanneer donaties daadwerkelijk worden uitbetaald en het gaat me zo te zien niet lukken. Het is zo frustrerend. Ik kan niets regelen als ik bekaf ben. Ik ben dan zo moe dat ik soms dingen doe als in de bibliotheek van mijn tafel vandaan lopen voor een bekertje water of koffie met mijn laptop voor iedereen die langsloopt duidelijk nog ingelogd bij de bank. Gelukkig zijn de meeste mensen te vertrouwen.
Drugs? Alcohol? Psychosen? Ik opper dat dit geen oorzaken maar grotendeels gevolgen zijn van hoe er met dakloosheid wordt omgesprongen. Mijn lijf doet pijn. Ik wil slapen, Femke, slapen en niet meer in de kou zitten en ik begin ontzettend trek te krijgen in een lekker wijntje. In plaats daarvan zijn het cappuccinos en espressos want ik wil dit zo spoedig mogelijk online hebben staan. Ik weet niet hoe lang ik nog kan blijven functioneren. Ik ben 64. Toen ik in Amsterdam woonde, was ik onder meer bestuurslid en commissielid van de Stichting NIMF (een Nederlands netwerk voor vrouwen in de natuurwetenschappen en technologie), associate editor voor de vanuit de VS opererende Geochemical Society en bestuurslid van de Sectie Milieuchemie (en -Toxicologie) van de KNCV (de beroepsvereniging voor chemici). De daklozen hier in de stad, dat zijn allemaal mensen als jij en ik, Femke. Vaak zijn het broodmagere jongeren, soms ouderen die hun best doen om maar zo weinig mogelijk op te vallen. Ik voel hun wanhoop en hun dodelijke vermoeidheid en ik zou ze willen beetpakken en in slaap willen wiegen en zeggen “rust maar, je bent veilig nu; ik bescherm je wel”. Ik kijk om me heen en ik zie ze overal. Mensen als jij en ik, Femke, die gewoon hartstikke op zijn, meer niet, en wiens fysieke grenzen steeds verder worden opgerekt tot ze knappen en ze misschien gaan schreeuwen omdat hun aanwezigheid als “overlast” wordt gezien, als confrontaties met een werkelijkheid waar mensen liever hun ogen voor sluiten.
Doordat ik nu dakloos ben in Amsterdam doe ik unieke ervaringen en inzichten op. Op 5 maart, zo zag ik zojuist nog op de valreep, citeerde het Parool je als volg “Daklozen beschermen én overlast tegengaan”. Dat lijkt mij de verkeerde insteek, Femke. De overlast is namelijk grotendeels het gevolg van een falende benadering. Ik voel nu zelf keihard de fysieke wanhoop die ongetwijfeld aan een groot deel van de zogenaamde overlast vooraf gaat. Ik wil huilen! Ik wil slapen! Ik wil vloeken! En vaak wil ik ook eten! Gewoon eten! Overlast geven, ik stipte het al aan, is verdomd vaak niet meer dan dat anderen met de realiteit van onze samenleving worden geconfronteerd en dat liever niet hebben. Utilitarianism, heet dat. Alles wat niet in ons straatje past wegwerken, camoufleren, naar de rand van de stad verschuiven. Je vraagt volgens het Parool hoe je dak- en thuislozen kunt ontzien en kunt voorkomen dat ze nog verder in de schulden komen, alsof dat het allerbelangrijkste zou zijn; rechtser kan het haast niet. Anderzijds wil je begrenzend optreden tegen overlastgevend gedrag. De essentie van de problematiek ontgaat je dus volkomen?
Wil je echt wat goeds gaan doen, Femke? Ik zou je daar graag in bijstaan en je wereld een beetje op de kop helpen zetten. Ik heb wel wat ideetjes voor wat je zou kunnen doen dat wél zou kunnen helpen.
Link:
PS
Hier is nog meer gerelateerde achtergrond voor wie de realiteit in Nederland nog niet goed kent:
https://www.youtube.com/watch?v=fG3mbA4kJg0 (Zembla, hoe medische faciliteiten in Nederland de mensenrechten schenden door zorg te weigeren aan onverzekerden, met Michelle van Tongerloo, Rotterdam).
https://www.youtube.com/watch?v=phh9jXqABiQ (Zembla, over hoe onroerendgoedbelangen mensen gewoon op straat gooien, redelijk vergelijkbaar met hoe dat in Rotterdam gebeurde in de kwestie waar de VN zich over uitsprak, al gaat het in dit geval over een camping en onder meer een Nederlandse leerkracht)